donderdag 12 mei 2011

Blog 18


Slotakkoord

We praten na in de tuin – het laatste slot akkoord.
Alles is al een keer gezegd. We raken in discussie over de constructie.
Was het mime? Het is als een legpuzzel waar geen afbeelding op staat en waar je maar ergens begint te bouwen. Hoe je uitkomt is elke keer anders.
De beperking ook die je je zelf oplegt.
Ik leg uit dat ik heb gezocht naar energie i.p.v. vorm en hoe dat te vangen en aan te sturen en niet vast te leggen.
Op scherpte, op de rand, moest wel een soort van transparant gevecht zijn. De worsteling voor de mime. Voorbij de vorm zeg maar.
In het museum kwam de inhoud tot zijn recht. In het theater was door de concentratie van 1 richting kijken het fysiek spannender.

Verhaal
Wie vertelt het verhaal? Patrick vond het prachtig juist dat er nergens op door werd gegaan en dat daardoor de kijker het verhaal moet maken en zich dat realiseert. Het is als de uitgesleten trappen in oude huizen of de voet van  het Petrus beeld   (13e eeuw)in Pieterskerk, welke door de vele kussen van bedevaartgangers is uitgesleten.

Kippevelmomenten
Ben ik de pen of het papier? Vroeg Patrick me.
Dat de performance zich terughoudt in het verhaal en dat het je als kijker overkomt dat je zelf het verhaal bent, is de kracht. Hoemeer kippevelmoemnten hoe trefzekerder het de tijd bevriesd.
Nelleke is onder de indruk geraakt van de werkwijze en de reikwijdte van de mime stijl, dat ze daar even heel dichtbij kon.

Opgetrokken wenkbrauwen
Is het high art?
Zoiets als high tea. Voor ingewijden. Wel zeer specifiek gericht en ook als onderzoek een speciaal ding.
De kracht zit in het intrinsieke. Dat is daarmee niet afgesloten maar juist open. Ook voor heel veel mensen die nog nooit iets dergelijks hebben gezien. Ze zullen zeggen, ze zullen waarschijnlijk zeggen dat ze er niets van snappen, maar daarna komt het verhaal.

Blog 16

‘Les enfant du paradis”
Performances in Parktheater
We spelen 2 keer. Deel 1 – 2 – 3 achter elkaar.
20.00uur en 21.00uur.
De eerste keer worden we verrast door kinderen in het publiek.
Omdat ik continu in mijn cocon zit zie ik niemand.  De focus blijft dichtbij en ook al zijn de gezichten open gericht, we zien elkaar en het publiek ook niet. We blijven in een staat van zijn naar binnen toe gericht.

‘Les enfants du paradis’
De eerste in het Parktheater is zeer intens en heftig. Na elk deel geef ik met woorden aan: eind deel 1, overgang deel 2. Aan het eind zeg ik: eind deel 3.
Dan haal ik adem en kijk rond naar de anderen. En zie tot mijn verbazing bekende vrienden met hun kinderen. Die vervolgens meteen op mijn nek klimmen, Juliette en Freek allebei tegelijk. Groot vermaak.
Er zijn nog meer vrienden en kennissen. 9 man in totaal.

  • Intens. Heftig. Indrukwekkend.
  • Dat je zoveel uitdrukkingen in je lijf hebt
  • Echt prachtig. Ik klap niet, maar ik vind het echt prachtig. Echt heel mooi.
  • Mijn adem wil nog niet. Ik ga helemaal mee en houd mijn adem in van spanning.
Anneleen is er verschillende keren bij. De 2e performance vindt ze heel anders.
Gekker. Luguber ook.


Blog 15: Kaartenhuis of legpuzzel....


De ziel is gewicht
Het dragen van elkaar laat zien hoe we elkaar meenemen in het leven.
Hoe we kind zijn en ouder, hoe we elkaar kwijtraken, hoe veel ziel we torsen.

In de eerste workshop introduceerde ik een sprongetje. Om zo te leren het gewicht van de ander te dragen zonder al te veel toeters en bellen. Je staat beiden frontaal naar voren naast elkaar. 1 springt in de armen van de armen, de ander hoeft alleen maar zijn armen op te tillen en het ‘kluitje’ op te vangen. Als je dat te laat doet zit het gewicht in zijn gang naar beneden en moet je ‘beuren’ (loodzwaar).

De sprong moet eigenlijk door blijven gaan naar boven, zodat het keerpunt – ook in spanning loslaten – niet optreedt en de spanning en de weerstand van 2 verstrengelde lichamen geeft een fantastische sculptuur.


Kaartenhuis
Cornée en Ruth zijn geweldig in het leren. 
Cornée hijgt af en toe uit en voelt dan even of alles nog op zijn plaats zit.
Hij is vast een goede aankomende theatermanager (die studie volgt hij) maar ook een begenadigd beweger. Ruth heeft een geweldige concentratie en zoekt met haar nieuwe partner naar openingen en manieren om zo zonder al te veel omhaal direct tot de kern door te dringen en het sociale lijf en de intimiteit ervan te doorbreken.
Enige onwennigheid is er natuurlijk wel. Maar dat wordt steeds meer afgebroken en in de plaats zie je nu een duet dat zich kan spiegelen in geoefende dansers.
Eigenheid is volop zichtbaar en dat wil ik ook.
Juist dat kenmerkt de mime als bewegingskunst.
De intentie en de drijfveer achter de beweging is steeds in het spel zichtbaar.
Je passeert honderden uitdrukkingen waar je steeds richting aan geeft.
Stap voor stap, als een kaartenhuis. Zo ontstaat een constructie die steeds verder reikt. Of als een legpuzzel zonder afbeelding.

Flamboyant
Als we af en toe pauzeren wordt er driftig gebeld.
Naar het thuisfront en vriend – vriendin wordt bijgekletst. Dan valt de intensiteit van hen beiden weg en zijn ze met open blije gezichten aan het lachen.
Cornée heeft naast een geweldige intensiteit in zijn concentratie en beweging ook een heel flamboyante oogopslag en gezichtsexpressie. Ruth kan heel mooi olijk kijken en genieten.

De voet en cherubijntjes
Anoushka is ook helemaal bij. Ook al loopt haar voet nog niet vlekkeloos – ze heeft een blessure opgelopen 2 weken geleden in een Parijs theater waar ze met haar nieuwe jeugdvoorstelling speelde. Ze brak haar 5e middenvoetsbeentje (niet helemaal door gelukkig). 
Dat is afzien. De voet moet in beweging blijven maar moet niet teveel belast met gewicht.
Iedereen geeft haar advies. Per slot is een dokter, een bewegingsdeskundige en een fysiotherapeut aanwezig in onze gelederen.

We hebben veel van te voren doorgesproken en Anoushka heeft zich op het materiaal gestort. We voegen in haar basis beweging enkele gebroken articulaties toe aan lange getrokken kromming en verplaatsing. Daarmee wordt de dynamiek haperend en meer open. We gaan met Sarah eerst de ontworpen compositie voor deel 3 uitproberen samen met de outline, ruimte en de opzet van beweging.
Kijken of de cherubijntjes en de motorgeronk in de opzet en in de gekozen frasering van de cello klanken werkt met de bewegingschoreografie.

Blog 14

De godenboogjes
In het Park theater werken we met Cornee en Ruth.
Ik leid ze stap voor stap de diepte in.

Vanuit het middel bewegende boog van het totale lijf.
Ook voeten doen daarin mee, alles wordt ingezet om zo vanuit het midden tot een perfecte omhooggespannen boog te komen.
Als docent vind ik beweging en methodieken uit, elk moment weer.
Ik geef  ze ook namen.
Dit heet de godenboogjes.
We kennen heel wat namen en ik daag studenten vaak uit met eigen benamingen te komen. Iedere dag een beweging uitvinden, dat is je ware.
Dit principe van bewegen komt vanuit het midden. Niet vanuit hoofd en ogen, of armen of bekken (zoals veel dansvormen als salsa enz.) maar echt precies vanuit het midden en wordt ondersteund door lage rug en bodem/bekkenspieren en benen.

Articulaties
In de mime corporel techniek kennen we
  • articulaties vanuit hoofd (op de atlas),
  • de nek (een paar nekwervels tegelijk),
  • de buste (nog meer wervels maar zoveel mogelijk alleen boven de grens van de laatste ribben van de ribbenkast,
  • het middel (niet het bekken maar de wervels tussen bekken en borstkas)
Daarna volgt dan nog het bekken.
De articulaties in de benen en de armen is weer een ander verhaal.
De armen kunnen zich ook in bogen articuleren en ook de benen kunnen dat.
Voor de armen kennen we La belle Courbe (de mooie boog) die naar beneden en naar boven gespannen kan worden – zeg maar als een paraplu en een paraplu die zich omgedraaid heeft.
In electric boogie woogie zie je dit toegepast. In de pantomimische vogel krijgt dit een letterlijke vorm.
De ruggengraat kent van nature 2 bogen. Door de bogen uit te vergroten kun je in totale lijf een rups – of golf beweging produceren. Dat kan ook in de armen.
Of zelfs in de handen.
Je beweegt bij de handen dan echt vanuit het midden van je handen, de vingers laat je achter.

Vanuit het midden
Al die bogen kennen dat principe: je beweegt vanuit het midden.
Dat ben je als ongeoefende beweger, danser niet gewend. Als je iets wilt kijk je eerst en dan beweeg je altijd het meest buitenste deel er naar toe,
Bijvoorbeeld je vingers/hand en dan je arm en dan je lijf.
Door de andere onderscheiding kun je meer met de beweging spelen en uitdrukken en in de ruimte tekenen. Het is ook grappig als je het bij een functionele beweging omdraait: bijv. Je probeert het biertje te pakken vanuit het midden van je lijf zodat je hand als laatste precies bij het flesje aankomt. Moet je goed inschatten.

Bijhijgen
Ik ben al uitleggend aan het doornemen en aan het voordoen.
Als de armen volgen wordt het zwaarder want de boog wordt nog groter.
Alles werkt dan in dezelfde richting.
We zien al een glimp van bekende sculpturen in de verschillende posities terug.
Als de armen dan tegengesteld werken en met weerstand (trekken of duwen) tegen de boog richting ingaan wordt het nog zwaarder en worden de figuren als klassieke   standbeelden die zo het atelier van Rodin zouden kunnen komen.  De Adam, Eva figuur, de smeekbede aan God, enz. Alle Griekse en Romeinse beelden zo een keer opzoeken dat zou een goede studie zijn.

Inmiddels is Cornée al een paar keer aan het bijhijgen.
Hij is een snelle leerling, kan al heel wat, zeker geen amateur, maar is dit intense werk niet gewend. Ruth is wat meer mans, is bezig op de faculteit Theater af te studeren dit jaar en is mijn werk al wat langer gewend.

Stilstand en beweging in 1
Dan geef ik de door mij ontworpen looppositie en manier aan.
Best lastig en nog heftiger, want hier ben je steeds bezig op de meest kleine richel van je kunnen het gewicht te verplaatsen.
Waarom zo moeilijk?
Ik wil èn stilstand èn beweging tegelijk vangen.
Ik wil de intensiteit continu hoog houden en nergens minder laten worden of laten verslappen.
Tot het uiterste gaan is niet alleen fysiek. Juist ook heel veel concentratie is nodig en het is ook een mentaal gevecht om alle gedachten weg te halen die in de weg zitten.
Op alle niveaus trekken en duwen – even haperen en dan weer iets verder.

Sijpelende tranen, ets Emmy Chau - (boekomslag Geleende Lichamen, S.Schwibettus)

Gutsen
Ik wil hiermee een grote kwetsbaarheid en kracht tegelijk tonen.
Weerstand die in het hele lijf opgeroepen wordt en niet verzaakt. Als een enorme gutsstreek door de ruimte wordt getrokken.
Gutsen doe je met een beitel in hout, of in kurk of linoleum om grafiek te maken.
Daar voel ik me erg verwant mee.
Met de weerstand toon je leven.
Je lichaam is een landschap.

De val
Met het plotse vallen, loslaten van de spanning in de benen komt er net als bij een gespannen veer die breekt, een enorme spanning vrij.
Het valmoment wordt onmiddellijk daarna bevroren, stilgezet, waardoor de spanning zich nog verder verdiept en verintensiveert.
Het werkt ook op de adem en de ruggengraat door. Er ontstaan variaties in krommingen – houdingen en trekkingen die de expressie verder variëren en verdiepen.

Blog 13: Een rafelige kwestie...

’Woordloos’ – ets Emmy Chau boekomslag Geleende Lichamen

Een rafelige kwestie

Gedachten zijn net wolkjes, of beter nog oude t-shirtjes met teksten van vroeger erop die dan beginnen te rafelen aan het einde.
Toch houden ze heel lang hun plezier vast.
Niets is absoluut en alles slijt.
Niets doet zo zeer dan een oud t-shirt dat je jarenlang heeft gediend en opgewekt
uit elkaar valt  en niet meer te redden is, daar gaat dan een heel stuk eigen.
Een tijdelijk omhulsel. Iets dat je je aanmeet.

Yoda en ‘the force’
Nog steeds draag ik mijn Yoda shirt, ik ben er zuinig op en nog steeds voel ik ‘the force’. Een oud gediende, daar kan ik op bouwen en dat omhulsel is een stukje ziel,
Het betekent veel voor me, doet me denken aan zoveel momenten, die me dierbaar zijn. Het straalt nog steeds.

Ik heb voor het performance deel De Ziel 3 geleende lichamen.
Cornée Hordijk, Ruth Banis en Anita.
De laatste zegt af vlak voor aanvang. Tot mijn ontsteltenis, want de hele compositie opzet is gemaakt op 3 extra.
Naast Anoushka Wielink – Sarah op cello en ikzelf, wil ik de betekenis van de dood overstijgen door niet alleen het bewegingsspel van 2 acteurs centraal te stellen maar door met  de meervoud uit te komen bij de overstijging.
2 paren zijn eigenlijk nadrukkelijk weer 2 paren. Met 1 speler meer kan ik ontsnappen aan de betekenis hiervan.


The making of èn Dantes Inferno
29 april aan het werk in het Parktheater.
We werken ook keihard aan de laatste hand voor het boek.
De 1e druk – oplage 100 worden alle handmatig gevouwen en gesigneerd.
We willen klaar zijn voor de geïnteresseerde bezoeker en hebben daarvoor al de eerste 2 delen van het maakproces in woord en beeld vastgelegd.
Het derde deel komt later na de performance in het museum en er zal ook een dvd worden gemaakt van de videoverslaggeving: ‘the making of’ zeg maar.

Alle 3 delen in full colour met alle krabbels en uitspraken en mijmeringen over het maakproces van Geleende Lichamen.

Emmy Chau maakt 2 etsen voor de wikkel om de delen heen, geïnspireerd op Dantes Inferno.

Diepte
Ik ben vanaf 11.00uur met Cornée en Ruth aan het repeteren. Om ongeveer 13.00uur komt Anoushka aan uit Parijs en we kunnen in het totaal de ‘mise en scene’ doornemen. Die blijft grotendeels open. Net als de frasering gaat het niet om vaste posities of controle maar meer over richting die niet eindigt en elke keer anders ontstaat. Controle is hier inlossing van de spanning. Ik wil op alle fronten intensiteit veroorzaken. Het is alsof jezelf steeds weer anders een puzzel begint en dan zonder naar de afbeelding te kijken.
Af en aan zit ik er ook zelf in. Ik regisseer, speel mee, coach.
Stap voor stap leid ik Ruth en Cornée naar de diepte.

woensdag 27 april 2011

De ziel is gewicht...

Spiegeling

De Ziel is een soort afpellen, wat er altijd is maar waar je niet altijd aan denkt
De ziel is het missen zelf

Ziel is gewicht
Ziel is gedicht

Ziel is  een metafoor: het is de betekenis van de persoon. De ziel maakt  de overgang naar gene zijde.
We dragen vaak de dode zielen op onze schouders, ‘chips on your shoulder’, de naasten die met je meekijken.


Halo
Het duurt 6 sec. voordat de neuronen in je hersenen het je laten weten, wat is je wil dan eigenlijk, is die dan ook 6 sec. later?
Onderzoek naar hersenactiviteit laat ook zien dat de neuronen zelfstandig werken,
Bij ‘point of no return’ (de dood), is een halo zichtbaar en geven de neuronen na enkele minuten stilstand een laatste energie boost alsof de batterij leegloopt.

We praten ook over het kunstwerk over leven na de dood waarin een speciale kist is gemaakt om de lichaamszuren op te vangen en te gebruiken voor een batterij.
Die kun je dan als achterblijvend naaste voor bedlampje of zaklantaarn gebruiken


Snorren
Het MMKA weer in op 2e Paasdag om 11.00uur.
De beveiliging en de receptie weten ervan: we worden enthousiast begroet.
De beveiliging komt meerdere keren kijken als we bezig zijn met de ideeën van de compositie. Hij is geinteresseerd, vindt het spannend, kan er helaas  niet bij zijn op 1 mei.
Ook andere bezoekers blijven kijken.
We voelen ons vrij en onbekommerd.
Emmy doet de verslaggeving op video en foto.
We hebben zo een aardige routine.


Sarah heeft de afgelopen dagen veel ‘Jesus’ gedaan: de Mattheus Passion spelen is zwaar en vermoeiend. Nog even en de veel verdienen april maand is weer voorbij.
Sarah komt bij want dit is anders soort werk: we huppelen als het ware over het gras zo blijmoedig zijn we aan het zoeken naar de passende compositie voor deel 3 De Ziel.
Als vanouds kwam Sarah in haar Fiat Panda aan snorren. De hand choke staat altijd aan want anders slaat de bijna oldtimer koektrommel steeds bij elk stoplicht af. Een snorrend geluid.

Motormaaier in Arizona
Ik weet wat ik wil. En probeer het al gesticulerend uit te leggen.
Voor dat we het beseffen zitten we middenin onze zieleroerselen en spelen met klank en beweging, en spatten de vonken er vanaf.
Tot grote glimlachen en blije blikken van de toegestroomde toeschouwers.
In woorden verduidelijk ik dat ik in de lading van de 12 maat als een melodie opbouw zie: een maatsoort waarin natuurlijk alles past maar die vooral een langere spanningsboog aangeeft.
Ligetti is een van de eerste minimalisten die langere maatsoorten hanteerde.
Zo schilder ik: Dit stuk over De Ziel begint met vliegtuiggeluid, of het geluid van een motormaaier in Arizona met de zonspiegel zo heet en licht op het wegdek dat de lucht gaat zinderen.
(Sarah denkt meteen aan David Linch film waarin een oude man een reis onderneemt door Amerika op een motormaaier.)

Het is natuurlijk maar een aanduiding. Een beeld om de lading aan te geven.
Ik wil in dit deel de melodie als uitgangspunt nemen.
En de lading magistraal laten opbloeien en instorten. Het hele luchtruim, hemelgewelf moet erbij. De engelen moeten naar beneden komen.
Waarom nu ineens melodie? Omdat het bewegingsspel ook de metafoor van de ziel in beeld en intentie weer gaan geven. Mensen bij elkaar. Mensen die het het leven dragen. Mensen die elkaar dragen.
Dit is de eerste keer dat we vanuit een beeld beginnen.


Valse cherubijntjes:
Eerst klinkt er een lichte aanzet medodie lijn, dan komen de spelers er bij (vanuit deel 2) en dan de ontwikkeling naar kracht en gewicht.
Wild en met weerstand moet het opzwepen als een ‘dance macabre’  en dan komen die lieflijke maar ook valse cherubijntjes die het hele plafond nokvol vullen en dan naar het einde klinkt nog een laatste cello sneer tot het stopt – valt – instort met ontzagwekkende stilte.

We proberen stem uit. Blaffende honden.
Hoover stofzuigers. Lugubere Cherubijntjes en luchtverplaatsingen.
We improviseren er vrolijk op los. Zijn beiden van alles aan het uitproberen maar steeds helder in de kern:
     De spanning van de melodie opbouw die zich gaat ontpoppen tot geweld, vrolijkheid en val.
     De spanning van de ‘twist’ in de tijd (net iets later) en in de contrasten van traagheid in beweging en enorme uitbarsting daarna, zijn de basis voor de compositie.
We leggen nog niet hoe we eindigen vast. Daar zijn de spelers voor nodig.


In het museumcafé praten we nog even na bij thee en koffie.
Via stofzuigers komt het op notatie met geluiden, Kurt Schwitters, taal en kleur tekeningen ipv. Notenschrift. Berlioz die alles in zijn composities vast legde: kleuren, dynamiek enz. (itt. Bach)
Het vastleggen is een verlangen de kern van de muziek of het spel te kunnen reproduceren. Ook al weten we met zijn allen dat het feitelijk  een onbegonnen zaak is. Het spel kan niet tot op dat niveau gecontroleerd  worden.
Het hier en nu, de ruimte en de interpretatie van de speler is van grote betekenis voor de klank. (of de beweging-het spel). Dat is de ziel.

Peter Kooi – groot bassist komt ter sprake. Zanger die de Duitse taal zo theatraal kon inzetten –   taal zingen ipv alleen zingen. Woorden die dragen.
Woorden die de ziel dragen.

donderdag 7 april 2011

Blog 11 Nabespreking performance De Geest Parktheater 27 maart 2011

                                                                        foto Kropot

Informatief:
De projectie van de schilderijen zit niet op de achtergrond omdat je anders steeds naar een voorstelling in een bedoelde projectie zit te kijken.
De projectie deelt nu mee en verwijst naar de schilderijen als inspiratiebron en als bron van waar de vertaling naar performance is gemaakt.
Het is puur informatief en dient niet als theatraal element.
In het museum zijn de schilderijen aanwezig.

Het allereerste begin
Sarah zegt in de nabespreking: “Ik weet niet of jullie dat nog weten, maar ik wel:
Het allereerste begin van de performance was de aanraking van de strijkstok op de cello. Die klank is hier in het theater heel anders en dat resulteerde toch in een onmiddellijke reactie. Hoe je de klank kan vormgeven....je begint en je denkt, oh zo, klinkt het dus hier en vandaar begin je verder te bouwen.”

Sarah is mime
Eigenlijk is Sarah daarmee ook een beetje een mimespeler, het maakt niet zoveel verschil qua logica of zoeken en we spreken dan echt een beetje dezelfde taal.
‘Dat de klank 1 ding was, was ook heel zichtbaar voor het publiek’, zegt Barbara Ebner
‘De borstkas (ribbenkast) is de cello – zo voelt het’ -  zegt Sjoerd
De weerstand van de strijkstok leidt tot een fysieke reactie -   Sarah zegt daarop:
“Ik doe dat niet helemaal bewust maar terwijl ik cello speel denk ik wel, oh ja daar gaat iets gebeuren”.

Contact
“Hoe werkt dat contact tussen Anoushka en Sjoerd terwijl Sarah ertussen in ligt.?”, vraagt Danielle Bouwmeester
“We proberen elk in onze eigen energie te blijven – dat is onze grootste uitdaging”, zegt Anoushka
“Juist proberen om niet op elkaar te reageren”. “En soms gebeurt het toch”. Sjoerd beaamt.
“En hoe is het dan als jullie elkaar wel lichamelijk ontmoeten, want dat gebeurt toch ook?” vragen Danielle en Maarten
Anoushka: “Ja, we gaan er eigenlijk niet op door, maar soms is er toch een reactie van het lijf zelf.”
Sjoerd: “Er komen 1000 dingen – gedachten voorbij: je hoort klank, je weet dat je dit gaat doen, nou nee, je gaat dat niet doen, je houdt in, je houdt in, je houdt terug en dan is het zo sterk, dan moet je wel, dus als je het doet, dan probeer je het ook 300 percent te doen, zo absoluut mogelijk, maar ja, dan kan ik er toch af en toe niks aan doen dat mijn ogen toch naar de knie van Anoushka kijkt, omdat ze die beweegt, dat moet ik niet doen, en dus neem ik mijn focus terug, maar waar denk ik dan aan?, dus er gebeuren enorm veel dingen tegelijk. Het uitgangspunt is – nee we reageren niet op elkaar”.
Sjoerd: “We geven geen voeding of uitwerking van een reactie”.
Anoushka: “Als Sjoerd een geluid maakt dan heb ik ook nog eens te maken met de klankkast onder me”,
“In het museum is dit minder. De vloer is ook kouder’’ Sarah beaamt.

Neutrale zône:
Danielle Bouwmeester zegt: “Het is me ook duidelijk dat de plekken in het museum verder uit elkaar liggen, hier was het te dicht op elkaar en was het lopen minder een neutrale zone. Want voor het museum kan ik de drie delen echt als 3 losse stukken zien. Nu wordt het 1 brei, 1 ding aan elkaar gebreid. Voor mij was het elke keer dat jullie gingen liggen, oeh, nou nog niet. Ik ging letten op oh geen duet....”
Sjoerd:  “Er is een compromis gesloten, de ruimte is beperkt, dus is het meer een rondje.”
“Misschien hadden we jullie als publiek meer in het midden van de zaal moeten zetten zodat wij er omheen konden.”

Daniélle vraagt: “Hoe ga je om met onverwachtheden?”
“Er zal maar net publiek in de weg staan terwijl je zo neutraal mogelijk naar een volgende plek loopt.”
Sjoerd: “Zodra je er op ingaat dan is er een betekenis.
Als we de persoon die ‘ in de weg staat ‘ zien als ruimte beperking dan stopt de beweging daar. Verdomd moeilijk en een grote uitdaging”.



Cello is een zielen snaar instrument
Op een vraag van Patrick – “Hoe hebben jullie gewerkt aan De Geest”:
Sjoerd: “De Geest - het is abstracter dan het Lichaam. Alsof je gedachten voor je ziet. De cello is ook een vertolking van het hele ijle, van waar gaat het heen
De beweging zien we ook in dit deel meer als een klank. Is het Sarah die leidt? Nee, niet persé. Sarah is voor ons de cello en de klank is tegelijk ook ruimte. We hebben het dan meer over de leidende klank en de adem die daarop aansluit (dynamiek) met daarbij ook contrapunten van stem en cello klanken bijvoorbeeld waar klanken tegen elkaar aan staan of tegen elkaar in gaan. Door die contrapunten krijgt de cello ook meer kans veel hoger en verder te gaan. De spanning wordt daardoor uitgerekter en meer benut en in zijn aard en in haar absoluutheid krachtiger en sprekender”.

Het schuifelen:
Sjoerd: “We hebben in wezen 3 kleine anekdotes toegelaten
De arm van Sarah die door mij wordt gestuurd en het liggen van Anoushka bovenop mij. Ook het schuifelen naar elkaar toe als we gaan liggen hoort daarbij. We kunnen onmogelijk negeren dat de meest voor de hand liggende impulsen er zijn.
Het is eigenlijk een bevestiging dat we er niet op in gaan. Doen we het niet dan blijft    alleen een strenge en zware kant over.
Dat we naast elkaar liggen is intiem, en de eerste impuls is gewoon naar elkaar toe draaien alsof je naast elkaar in bed ligt, maar op dat verhaal niveau moet niet worden voortgebouwd.”
“We vertolken alle schilderijen, niet alleen 1 portret. Dat we nu met zijn 3en zijn, laat zien dat we een abstract begrip van De Geest vertolken, het stijgt boven de portretten uit en verwijst naar alle portretten tegelijk.”
“We willen niet het verhaal aangaan tussen de spelers, maar tegelijk kunnen we natuurlijk niet alles omzeilen, want het publiek terwijl ze kijkt maakt ook haar verhaal” “Je kunt wel de code in je materiaal zo maken dat het verwijst naar de grootheid van De Geest in plaats van naar 2 of 3 mensen die op de vloer liggen en een bepaalde verhouding tot elkaar hebben of ontwikkelen.”
“De 3 delen hebben geen noodzakelijke verbinding in verhaal. Je moet het 3 luik zien als 3 autonome delen. Als je deel 1 hebt gezien, weet je iets meer, maar niet noodzakelijk voor verbinding met deel 2 of 3.”
“Ik probeer zuiver in de leer te blijven: dat je jezelf betrapt en ziet dat je kiest en waarom en meer niet, maar het is natuurlijk heel verleidelijk om daar verder in door te gaan!”