donderdag 24 februari 2011

Een inleiding door Sjoerd Schwibettus

Toen Nelleke mij benaderde was ik enthousiast omdat de dood en de belichaming van de dood mij zeer intrigeren en eerder deed ik kleine onderzoeken met oude mensen die intensief over eten kunnen spreken en met overlijden waar ik zelf tegen alle normen in, de laatste adem van familie in klei figuren probeerde vast te leggen.
Ook probeert WalkingFaces een intermediair te zijn en we doen projecten om vanuit beelden in musea of andere plaatsen een vertaling te maken die tastbaar en zintuiglijk is.
Zelf stoor ik mensen vaak als ik kunst bezoek en begin dan wat te doen - te dansen - uit te drukken wat voor indruk de abstracte lijnen van bv. Constant of Picasso  op me maken. Toch gebeurt daar iets dat ik als vertaling, belichaming performance zeer interessant vind. Terwijl alles erop gericht is de expressie van de getoonde kunst zo optimaal mogelijk tot zijn recht te laten komen, wordt het rechtlijnig en afgemeten en afgepast in de overdracht naar de bezoeker. Vreemd. De Heilige tempel van het museum, het ontzag voor de kunst en de kunstenaar? Wellicht. Ook het ongemak om te begrijpen hoe je je ten opzichte van een kunst uiting kan opstellen. En hoe je je als bezoeker kan en mag gedragen.
Dat je een kunstwerk niet mag aanraken. Dat is eigenlijk van de zotte.
Terwijl de hele kunst erop gericht is om zintuiglijk te zijn, een groot appel te doen op zintuigen, moet je je als bezoeker inhouden om van de taart af te blijven.
Bij mij zingt het van binnen en komt er van alles op gang en dat wil ik graag delen.
De dood is ontzagwekkend.
Het moment zelf, De herinnering, en wat van die laatste adem is vastgelegd. De schoonheid van de vergankelijkheid.
De zintuiglijkheid van de laatste adem.
Vooral de schilderijen van Jan van Herwijnen zijn zeer dichtbij. En die schoonheid onderzoeken daar gaat het dan om.
Hoe maak ik ze tastbaar. Hoe vertaal ik ze in een leven.
Een performance is een geschikt medium hiervoor. Het hier en nu moet een belangrijke rol spelen.
De confrontatie ook. De doodsportretten benemen je de adem alsof jij het bent die in de verstilling meegevangen wordt. Ze laten je daarna in gedachten aan eigen pijn en afscheid wegdenken naar binnen.
En je ziet weer de details voor je, elk moment dat telt en dat je in je hebt opgezogen, elk geluid dat versterkt werd.
Hoe ga ik dit vangen in een performance?

Meteen schoten er 3 grootheden in mijn hoofd - lichaam, geest en ziel. Een soort van heilige 3 eenheid. Maar ook echt het stoffelijke van het lichaam en de geest die uitdooft in de ogen en dan vertrekt naar elders.
Het lichaam blijft achter. Het lichaam is geleend.
Zo kwam ook de term geleende lichamen naar voren als titel voor het onderzoeksproject.
Als het lichaam ouder wordt merk je ook dat het je steeds meer verraadt en je teleurstelt. Alles valt langzaam uit elkaar.
Dat je ook voelt dat je in dat lichaam gevangen zit voor zo lang als het duurt.
En de ziel. De ziel van het leven. De ziel en de zaligheid. De ziel van de dingen. De ziel is de betekenis. De ziel is de essentie.
De ziel is onsterfelijk.
De ziel is het morele en het intellectuele zelf. (t.o.v.   passies en lust c.q. plezier en allerlei zintuiglijke aspecten van het menselijk bestaan.) 
In het begrip ziel komen in allerlei culturen en talen de begrippen die adem, lucht, geur, wind en waaien betekenen.
En zo is het onderzoek ook een onderzoek naar de dramaturgie: een 3 luik.
Eerst het lichaam,
dan de geest en dan overstijgend de ziel.
Waar gaan we uitkomen? De 3 delen moeten elk autonoom kunnen ontstaan en kunnen bestaan om een helderheid te maken.
Ze worden na elkaar als een opeenstapeling getoond.


mime corporel
Mime is huid, is adem, is ruimte. Het moment van beweging, het idee van aanraken, het zinderen van een geluidloze beweging, en het strekken van een been, het laten huilen van een arm. Mime is elke hapering van een stille gedachte. In de mime corporel is ruimte, textuur, intimiteit, huis, adem, momentum als een sculptuur, schilderij, gedicht, gezicht in het landschap. Als een tekening in de ruimte.
de pure beweging en de zuiverste stilstand.
De techniek is basis voor vele disciplines: van Commedia en Monty Python achtig spel tot Bauhaus geometrie maar ook Pantomime, Carvermime, Michael Jackson dansmime, Logging+Popping of Elecgtric Boogie, Breakdance enz.
We leren lichaam en ruimte te articuleren in elk deel en we leren al die delen weer opnieuw samen te stellen als een schilderij, sculptuur, gedicht, een lied.
We leren het lijf te laten spreken vanuit de spanning en intentie.
We leren in het hier en nu te spreken vanuit de schoonheid van de beperking, en de schoonheid van de hapering
We leren dat ene moment te onderzoeken
We leren de stilte als beweging
We leren te laten zijn, te laten bestaan, in plaats van het te representeren.
WalkingFaces maakt Lijfelijke Poezie.

klei lichaam ziel geleende lichamen geest cello
Klei is stoffelijk en geeft als een zintuiglijk kostuum een 2e huid die voor het spel versterkend werkt als naaktheid. De kwetsbaarheid zit in het krakelee als het opdroogt. Evenals het tijdelijke.
Ik wil zoveel mogelijk puur en simpel werken. Dus weinig tot geen aankleding of verwijzing.
De naaktheid zelf is onderdeel van de performance.
Dat de cello voor mij de geest symboliseert - vertolkt ligt in de aard van het instrument. Het spreekt als geen ander vanuit de ziel en is als geen ander de boodschapper tussen het onsterflijke en het sterflijke.
Het is zo abstract niet te vangen en toch intens voelbaar. Het vervliegt en is kwetsbaar.
Het cello spel - de compositie - zal voor het 2e deel erg belangrijk en dominant zijn als vertrekpunt.
In het eerste deel is het onhandige en stoffelijke en versleten lichaam uitgangspunt.
In beide delen wil ik heel persoonlijk zijn. Intiem, dichtbij, confronterend.
In het derde deel is dit overstijgender en met meer lichamen om zo over de dood heen te kunnen kijken.


workshop geleende lichamen inhoud
In de workshop komt vooral het gewicht en het lichaam aan bod. Het dragen van je gewicht letterlijk.
Hoe.
De essentie van de mime corporel komt natuurlijk aan bod.
Fysiek theater en de expressie van het lichaam. Als een klein onderzoek zullen we als in een atelier experimenteren met enkele transformaties, vertalingen van spel.
Eerst komen de meest elementaire delen aan bod zoals stop en motion(living statues) En we zullen een outline geven van de articulatie techniek en hoe je daarmee in de ruimte omgaat.
Lijnen en assen dus. Maar ook de verbinding en de dynamiek van het lijfelijk spel.
Hoe speel je een etude, een bewegingszin, een gedicht.
Een aantal voorbeelden van eigen ontwerpen en een aantal opdrachten om zo te inspireren en te kijken wie er in mee kan.

eerste woorden die gestalte geven
Meestal ga ik met woorden en taal en beeld ook aan het werk.
Ook dit keer.
Ik ga er niet van uit dat er apart beeldend werk gemaakt wordt en gebruikt wordt in de performance. Immers - de expositie en de schilderingen - doodsportretten zijn er al.
En daar richt ik me op. Maar het helpt wel om vanuit de verschillende ingangen tegelijk te ontwikkelen.
Zo is WalkingFaces de laatste jaren aan het werk.
Woorden horen daar ook bij.

plooien aarzelingen herinneringen
de kleine dingen
stil en vol beweging
de rimpeling als je naast me lag
ben ik oude man vol rimpels
ben jij terugkijkend

Geen opmerkingen:

Een reactie posten